Tussenstop in Daishoji

Persoonlijk

Toen ik woensdag afscheid nam van Fukui, nam ik deze foto in de straat van mijn hotel. Typisch voor het deel van de stad waar ik verbleef. Omdat ik al veel in de buurt verkend had, vond ik makkelijk mijn weg naar het station. Alwaar bleek dat ook binnen het dinosaurussenthema overal terugkwam.

Andermaal met een boemeltrein reed ik naar het noorden, richting Kanazawa. Van een stedelijke omgeving naar het platteland is overal een flink contrast, maar in Japan helemaal. Hoewel er nauwelijks vlakke delen zijn waar geen huizen en gebouwen staan, zijn er altijd velden voor de diverse gewassen, waarbij rijst de overhand heeft. Er is alleen nog niet veel van te zien.

Mijn reis naar Kanazawa onderbrak in in Daishoji, een vlek van een dorp, of kleine stad, dat kan ook nog. De reden voor deze tussenstop? In juni 2019 had ik in Venlo een demonstratie gezien van een Japanse houtdraaier/urushi-kunstenaar, Eiko Tanaka, en dat had veel indruk gemaakt. Enig onderzoek in die tijd, dat min of meer toevallig in mijn hoofd was blijven hangen, leverde op dat ze haar atelier in Daishoji had. Plus een galerie waar haar werk te zien en te koop was. Waarom dus niet hiernaartoe? Ik was toch in de buurt. En ik had nog spijt dat ik in 2019 geen werk gekocht had.
Inmiddels bleek haar oorspronkelijke galerie gesloten te zijn, maar het alternatief dat haar website vermelde was er nog.
Ik was ruim een uur te vroeg. Naar het lokale museum dan maar! Met mijn bagage, want er waren geen lockers op het station. Onderweg kwam ik een groep peuters met hun begeleidsters tegen. Duidelijk dat men in Japan al vroeg aan het socialiseren van het nageslacht begint. Maar zeker Kawai, dat ook.

Ishikawa Prefectural Kutaniyaki Art Museum was prachtig gelegen in een park. En open voor bezoekers. De expositie bleek bijna helemaal te gaan over de soorten porselein die in de loop der tijd in deze streek gemaakt werden. Heel interessant voor wie van keramiek houdt. En ook nog eens compacte opstelling.

Op de verdieping bevond zich een gecombineerde museumshop/café, waar ik een kop Matcha en een cakeje bestelde. Zoals overal in dit land werd dat fraai opgediend voor mijn neus gezet.
In de winkel vond ik nog een leuk object voor thuis, dus met een blij gemoed kon ik na het afrekenen op weg naar Fuzon Kaga Gallery + Café.

Nu krijgt het verhaal een vreemde wending. Ik was de eerste klant, vlak na opening, en liep de naam Eiko Tanaka vallen. Uit de reactie van de jongen achter de counter begreep ik dat ze niet in de buurt was, maar in Tokyo voor haar werk. Geen probleem, probeerde ik duidelijk te maken en bestelde een lunch, bestaande uit een stukje quiche, wat salade en een kommetje minestrone. Plus koffie.

Terwijl ik dat consumeerde waren er allengs meer mensen binnengekomen. Eén ervan, een jonge vrouw, benaderde me omzichtig en sprak me aan. Ze zei dat ze een vriendin van Eiko was. Hierna volgde een onnavolgbaar ‘gesprek’ tussen ons, met behulp van vertaal-apps en handen en voeten en het simpelst mogelijke Engels. De crux was dat Eiko de dag erop of uiterlijk nog een dag later terug zou komen uit Tokyo en altijd graag mensen ontmoette die speciaal voor haar gekomen waren.
Dat maakte het allemaal wat ongemakkelijk. Ik voelde me niet helemaal lekker bij de manier waarop ik de boel min of meer geforceerd had, en maakte meermaals mijn excuses en zei dat het echt niet nodig was om rekening te houden met mij. En zo meer. Uiteindelijk spraken we af dat ik Eiko een mail zou sturen en zien wat daaruit voort zou komen.
Allemaal gedoe dat ik dus zelf veroorzaakt had. Een tegenvaller was ook nog dat er in de Gallery geen werk van Eiko te zien was. Wie weet komt het er nog van als ze later dit jaar Frankrijk en Ierland aandoet voor demonstraties en tentoonstellingen.

Met dit gebeuren achter de rug toog ik weer, mijn bagage meezeulend, naar het station, waar ik een kwartiertje moest wachten op de Local (hun term voor boemel) naar Kanazawa.

Platteland versus grote stad. Hierboven een foto gemaakt op Daishoji station. En hieronder eentje gemaakt in de East Exit van Kanazawa Station. Vanaf hier was het een klein half uur lopen naar mijn hotel, het Hotel Pacific Kanazawa, waar ik me na aankomst en inchecken ledig heb gehouden met tv-kijken en bekijken wat er in deze stad te doen is. In elk geval heeft ze veel te beiden, aangezien ze in de oorlog gespaard is gebleven en nog redelijk veel ‘antieks’ over heeft gehouden in de vier eeuwen dat de Maeda’s, in die periode de op een na rijkste familie van het land, over de stad geregeerd hebben. Maar dat komt dus op donderdag.