Alweer, alweer, alweer

Leave a comment
Persoonlijk

Alweer bijna aan het eind van een jaar waarin ik niets, maar dan ook niets heb gedaan aan deze website. Ten eerste omdat ik, net zoals op het moment dat ik dit tik, geen flauw idee heb waarover ik zou moeten schrijven, zonder dat het net zo duister wordt als de tijden waarin we leven, met oorlog en ellende, verontrustende ontwikkelingen op diverse gebieden (politiek!), lieden die ons ontvallen, en zo voorts.

Toch waren er wel wat lichtpuntjes op persoonlijk gebied. Mijn kleindochter is een juweeltje. Ik ben met mijn beste vriend op reis geweest. Het is na ruim een jaar wachten op onderdelen en zonnepanelen gelukt om honderd procent van het gas af te geraken (take that, Vladimir!). Ik heb de Kerstdagen overleefd (alhoewel wel snipverkouden). En de laatste drie dagen van dit stomme jaar gaan ook wel lukken…

Roodborstje

Leave a comment
Persoonlijk

Vogels voederen was vorige winter een groot succes. Vooral doordat ik een voederstationnetje had gekocht, waar meesjes, mussen en mij onbekende andere kleine vogelsoorten gretig gebruik van maakten. Er werden trouwens ook heel veel vetbollen opgepeuzeld danwel versnipperd.

Ook deze winter probeer ik mijn gevederde buurtgenoten te helpen met voedsel. Er hangen nu acht vetbollen aan de wanden van de binnenplaats. De voederstation moet nog geprepareerd worden.

Vaste waarde op mijn binnenplaatsje is al zeker vier jaar een roodborstje. Vandaag zag ik hem weer: ietwat schuchter langs de gevel schuifelend met een half oog gericht op de vetbollen en de andere vogels die daaraan pikten. Het leek erop dat het nog lang niet zijn beurt zou zijn.

Ik vraag me trouwens af of het wel steeds dezelfde is. Toch eens nalezen hoe oud een roodborstje kan worden.

Witwaar

Leave a comment
Persoonlijk

Als je dit blog volgt (en ik denk dat niet meer dan een paar bots hier af en toe inchecken, dus: dag bot!) weet je dat ik iets van twee jaar geleden een koelvriescombinatie heb gekocht. Sindsdien kocht ik een inbouw-vaatwasmachine om een oude te vervangen (en het milieu een boost te geven, niet te vergeten), een immense, platte televisie ter vervanging van een twintig jaar oude B&O met beeldbuis (en om de coronamalaise weerstand te bieden — afleiding is ‘the way to go’) en vorige week een wasdroger.

Een wasdroger. Want de oude, ook al decennia oud, deed raar en het niet zo goed. Dus er moest maar een nieuwe komen. Op maandag in de winkel waar ik die spullen koop mijn wensen kenbaar gemaakt. In de wetenschap dat de leveringsproblemen wereldwijd immens zijn, heb ik er maar voor gekozen een apparaat aan te schaffen dat op voorraad was. De keuze was uit twee. Eén daarvan een Miele, en die werd het, want dat is wat mijn moeder en mijn geliefde Miep altijd propageerden (‘Miele is het beste!’.) Ik hoop nog een jaar of vijfentwintig te mogen leven om de kosten ervan terug te verdienen… Duim voor me!

De dag erop werd de wasdroger bezorgd. Gelijk in gebruik genomen en me heel voldaan gevoeld in de wetenschap dat iedere droogcyclus tenminste één euro goedkoper was dan met de oude machine die inmiddels ergens in een recycle-traject beland was (hoop ik). En dat ik weer een, zij het kleine, bijdrage had gedaan voor een beter milieu.

Augenschmerz

Leave a comment
Persoonlijk

Midden vorige week zag ik opeens motten vliegen die er niet waren. Dat wil zeggen, ik sloeg ernaar, maar raakte niets. Mouches volants — dat bleek de noemer te zijn waaronder het verschijnsel valt. In het Engels heet dat floaters, wat een meer macabere benaming is. Ik heb daar het beeld van in de gracht drijvende lijken bij.

Maandag belde ik dus maar de huisartsenpraktijk. Ik kon dezelfde dag langskomen voor een consult. Ik had inmiddels al het internet afgestruind voor informatie aangaande wat mij aanging, dus kon ik een bijna één op één gesprek aangaan met mijn huisarts. Wat resulteerde in een verwijzing naar een ’specialist’. Want specialisten zijn wat de moderne samenleving mogelijk maakt. Dat weet ik omdat ik ook een specialist ben. En de moderne maatschappij mogelijk maak. Dus.

Dinsdag een belletje vanuit het ziekenhuis (rare benaming, zie eerdere post). Ik kon vlot terecht bij een oogarts: op woensdag. Het systeem blijkt dus toch wel enigszins te werken, ondanks de crisis die corona heet te zijn.

Woensdag vroeg wakker. De mouches volants waren nog volop aanwezig (in mijn linkeroog, voor de duidelijkheid), zodat ik niet met een gevoel van onnodig aanspraak maken op het krakende gezondheidswezen de deur uit hoefde te gaan voor die afspraak op de poli Oogheelkunde. Ik was er op tijd. In eerste instantie werd ik door een assistente onderworpen aan een uitgebreid onderzoek van mijn zicht en zo meer.

Daarna lang wachten voor ik door een bijzonder aardige oogarts andermaal in een contraptie werd gezet om nog indringender de binnenkant en achterkant van mijn ogen te bekijken. Ze verontschuldigde zich nog voor de lange wachttijd — men was in transitie wat betreft een computersysteem. Ik weet wat dat betekent: wanhopige mensen achter de balies, helpdeskers die met het zweet op het voorhoofd proberen te redden wat kan, etcetera.

Mijn netvliezen zagen er nog goed uit (opluchting!), maar in het probleemoog was wel sprake van loslaten van het oogvocht. Iets wat mensen overkomt als ze ouder worden. Aan de zwevende vliegjes moest ik wennen. Als er donkere vlekken verschenen die niet rondzweefden, onmiddellijk bellen. Dat laatste gaf me wel de indruk dat je donkere vlekken serieus moest nemen. Ik ga er dan ook heel erg op letten.

En toen stond ik na een uurtje weer buiten, met een ander soort vlekken voor mijn ogen, want de druppels die ik van de assistente in beide ogen kreeg om mijn pupillen te vergroten waren nog lang niet uitgewerkt.

De rest van deze woensdag zag iedere lichtbron die ik tegenkwam eruit als een flonkerende ster. Wat wel gepast is in de aanloop tot de kerst, toch?

Update: De titel moet natuurlijk ’Augenleiden‘ zijn, maar dat hebben de meeste mensen toch niet door omdat Duits nauwelijks onderwezen wordt in ons land. Logisch, want die buren wonen niet aan de overkant van een plas water…

Ongelovigen

Leave a comment
Persoonlijk

Turkse supermarkt op de hoek van de koelwand: twee jongemannen, de één mondkapje op de kin, de andere geen mondkapje te bekennen. Ik zeg er wat van. Natuurlijk is de reactie dat ik me er niet mee moet bemoeien. Zonder kapje is het meest vocaal, zegt iets in de trant van dat we al twee jaren onderdrukt worden en dat-ie er niet in gelooft. Ik vraag hem of hij niet een beter argument heeft dan ‘er niet in geloven’. Gemor. Ik ga verder met boodschappen doen.

Nog geen minuut na het afrekenen schiet door mijn hoofd wat ik had moeten zeggen (dat gebeurt vaker): ‘Heren, weet u wat ongelovig in het Arabisch is? Kafir — en daar is het Nederlandse woord kaffer van afgeleid…’

Te laat, helaas.