Recupereren!

Persoonlijk

Recupereren, dat is een mooi woord voor het bijkomen na een inspanning. En goed van toepassing op deze zaterdag, de vijfde april. Ik ben nog immer in Kyoto en de dag begon laat. Of het aan de best wel copieuze sushi-maaltijd lag, of aan een plots ingetreden malaise, of misschien een lijflijke reactie op de vele indrukken en activiteiten van de laatste twee weken — wie zal het zeggen? Feit is dat ik ruim negen uur geslapen heb en niet al te fris opstond. Dat gaf te denken. Misschien even het tempo lager?

In elk geval ging ik een hernieuwde poging doen om het gereedschapswinkeltje te vinden, nam ik me voor. Uitzoeken hoe het nou eigenlijk heette en waar het gesitueerd was kostte me zeker een half uur online, maar ik vond het. En het was toch echt in één van de passages waar ik vrijdag gezocht had. Nog wel om de hoek van een patat-zaak die me opgevallen was.
Met frisse moed toog ik richting metrostation waar ik de mij inmiddels al zeer vertrouwde lijn K nam richting Karasume Oike. Uitstappen op Gojo, stukje lopen en ik zou er zijn…

Andermaal koos ik voor de kleinere straten buitenlangs, wat qua potentie aan koffietentjes en dergelijke altijd meer oplevert dan de hoofdwegen waar je voornamelijk filialen van de ketens tegenkomt – Starbucks voorop (en nee, daar ga ik uit principe niet naartoe). Liever bezoek ik een tentje zoals deze:

Hier bestond de eigen insteek eruit dat naast de gebruikelijke dranken als thee, koffie, matcha etc. men crêpes serveert. Ik nam er eentje met aardbeien millefeuile, voor bij de café creme. Was erg lekker.

De app op mijn iPhone bracht mij na dit intermezzo linea recta naar mijn bestemming: Minamoto-no-Hisahide. Het winkeltje! Waar ik vrijdag toch zeker twee keer langsgelopen was! En waar toen ook het rolluik naar beneden was! Omdat het vrijdag nog niet open was toen ik er langsliep! Wat ook vandaag het geval was! Meneer Hisahide opent namelijk pas om half vier en ik was er al om drie. Dat werd dus even wachten op een pleintje om de hoek, schuin tegenover de patat-zaak (zie gisteren).
Om exact half vier stond ik voor het rolluik. Hisahide-san, hij was het zelf, kwam tien minuten te laat. Met een rolkarretje met ingepakte spullen, vermoedelijk de reden dat niet exact om half vier geopend werd, was mijn gedachte. Het rolluik werd anderhalf meter opgetild en ik werd naar binnen gewenkt. Met gebrekkig Engels en handgebaren werd mij duidelijk gemaakt dat meneer nog eerst iets moest wegbrengen. Ik zei dat ik best kon wachten. En toen werd er op het alweer neergelaten rolluik gebonsd. Een flinke groep, bestaande uit vijf vrouwen en een man, werd binnengelaten en het luik ging weer naar beneden.
Nu begon een langdurig toneelstuk. Wat ik ervan begreep is dat deze Japanners betrokken waren bij iets van cultuur-historisch belang en daarvoor gereedschap nodig hadden dat hier te koop was. Hisahide-san ging met enthousiasme met deze mensen aan de slag. Ik kon ondertussen mijn ogen de kost geven en rondneuzen, voor zover dat ging in het volkomen met kasten, counters en spullen volgepakte winkeltje. Drie kwartier later verliet de groep, blij en veel buigend, de zaak en was ik zo’n beetje aan de beurt.

Op de foto hierboven pakt Hisahide-san mijn aankopen in. Ik kocht een schaartje om de baard te fatsoeneren (hoognodig!), twee gemiddeld grote ‘skew-planes’ (schuin links, schuin rechts), een set goede houtsnijmessen en drie verschillende zaagjes voor het heel fijne werk. Helaas was het type beitels dat ik zocht niet beschikbaar — er was sowieso heel moeilijk aan top-gereedschap te komen, met besteltijden die tot wel twee jaar konden oplopen. Tja, de goede smeden en vaklui sterven uit en nieuwe aanwas is er nauwelijks.
Zeven jaar geleden kon ik enkel contant afrekenen, maar nu kon het met creditcard. Gelukkig maar, want ik had absoluut onvoldoende geld bij me. Hisahide-san stopte mijn spullen in een fraaie tas, wenste me toe dat ik snel terug zou komen en pakte me nog eens stevig bij de schouders. Inmiddels was, wat ik naar aanneem, zijn vrouw ook gekomen — ze kibbelden vertrouwd met elkaar, vandaar die aanname — en zij ging met een bestelling in een tasje mee naar buiten (ze staat op de foto van de buitenkant van de winkel) & achter haar werd het rolluik weer neergelaten.
Ik ging, met een blij gevoel omdat mijn instinct over de lokatie van de winkel wel klopte, en enkel de timing mij dwars had gezeten, weer op pad. Bekeek de nodige winkels, probeerde teveel meute te omzeilen en toog weer richting Kyoto Station. Te voet, want op de een of andere manier was het aantal gedane stappen per dag de laatste tijd een soort fixatie van mij geworden. Onderweg natuurlijk weer veel gezien. Deze tempel is een van de meestbezochte van de stad, ligt dan ook niet ver van het station: Higashi Hongan-ji.

Als een soort memory-check zocht ik nog het hotel op waar ik zeven jaar geleden verbleven had. Dat stond er nog en vond ik tamelijk moeiteloos. Ik herinnerde me ook nog een klein restaurantje dat achter dat hotel lag — vegetarisch, wat voor Japan heel bijzonder is, want hier houdt men heel veel van vis, vlees en gevogelte, maar dat tentje was spoorloos verdwenen. Ik denk dat dit hier op de plek ervan is gebouwd:

Vegetarisch eten ging dus niet door. Dan maar… eh, iets anders, dus. Ik bekeek een hele rits tentjes. Er zijn er plenty zo vlakbij het station, en ik kwam terecht bij een gewoon Japans restaurant, waar ik een biertje bestelde en een menu uitkoos. Op het plaatje stond uitdrukkelijk vermeld dat de afbeelding het aanbod voor vier personen betrof; ik vroeg of ik als eenling dat ook kon bestellen en dat kon.
Wat ik vervolgens voorgeschoteld kreeg leek verdacht veel op de hoeveelheid die op dat plaatje op de menukaart te zien was — veel te veel! En ook ongeveer alles tegelijk. Ten eerste een salade met kipfilet en pindasaus, ernaast een soort Kun Pao (kip met cashewnoten etc.), een bak gebakken rijst, tempura van de dag (grote garnalen, groente en paddestoel), drie gebakken gyoza’s. En als toetje, wat later, matcha-ijs.
Eigenlijk was het niet allemaal typisch Japans, voor zover er een originele Japanse keuken is — ze hebben hier heel veel overgenomen uit andere landen en er een eigen draai aan gegeven — maar zeer smakelijk. En veel te veel. Voor de goede orde: ik heb niet alles opgegeten.

Na deze culinaire krachttoer vond ik het absoluut geen probleem dat ik nog een kilometertje te gaan had naar mijn hotel. Mijn weg voerde mij dwars door Kyoyo Station, maar voor ik de eerste roltrap naar boven nam, heb ik nog dit plaatje van Kyoto Tower gemaakt:

En dat was het alweer vandaag. Morgen is het zondag en ik heb nog geen plan.